STICHTING logo tijd

 Hoeder van het ecokathedrale gedachtegoed

Niets moet, alles mag. Stapelen maar! Dan ontstaat vanzelf iets tussen een bouwwerk en een tuin in. Maar het is nooit af, en de mens beheerst het proces niet. Dit is een gelijkwaardige interactie tussen natuur en mens, met de tijd als hoofdrolspeler.


Bouwers EcokathedraalEr loopt een man met een kruiwagen vol stoeptegels door het bos. Niet over een mooi strak bospad, zoals je ze vindt in Oranjewoud of Gaasterland, maar over een olifantenpaadje, vanzelf ontstaan omdat het de kortste en makkelijkste route is van a naar b. Het is zwaar, zo’n kruiwagen vol stoeptegels. Een voor een laadt hij ze uit en geeft ze in handen van een ander. Die legt ze naast elkaar op een kniehoog muurtje van gestapelde stoeptegels.

De ene na de andere, een beetje tussenruimte. Tegels met beschadigingen liggen netjes met de goede kant aan de padzijde, de gebroken rand blijft uit zicht. Geen cement komt eraan te pas. Alleen intuïtie, een geoefend oog, overleg, improvisatie. En plezier.

 

Eigenlijk is het spelen, beamen de mannen. ,,Vroeger als kind was je ook altijd aan het bouwen. Toen hadden we nog geen Lego, maar er was genoeg ander spul en daarmee wilde het ook. En eigenlijk doen we nu precies hetzelfde.” Met z’n vijven zijn ze deze dinsdagochtend aan het stenen stapelen, zoals ze dat bijna elke dinsdagochtend doen in dit stukje bos in Mildam. Meestal met vier of vijf man, soms met z’n achten, altijd rustig en gestaag aan het werk. Maar ze zijn nadrukkelijk níét bezig met het omvormen van de natuur tot een keurig bedwongen stukje bostuin. Dit is daarom een andere tuinrubriek dan gebruikelijk. Overeenkomsten met de wekelijkse serie zijn er wel, want net als alle tuinmannen en -vrouwen die het afgelopen jaar aan het woord zijn geweest in deze weekendbijlage, wordt ook hier gewerkt in en met de natuur, en ook hier is het nooit af. Maar anders dan in vrijwel alle andere tuinen gaat het er hier niet om de planten en bomen in een bepaalde vorm te dwingen. Integendeel. Die planten en bomen mogen volstrekt hun eigen gang gaan. Hun groeikracht is een wezenlijke bijdrage, die op geen enkele manier wordt getemd of geleid. Samen met de mensen die hier aan het werk zijn, geven planten, bomen en ook dieren continu zelf vorm aan een complexe constructie van steen en groen, die dus steeds verandert en zal blijven veranderen, hier groeiend, daar afbrokkelend.

EcokathedraalGedumpt
Wie er ooit geweest is, weet nu allang: dit gaat over de ecokathedraal. Geen kathedraal in de zin van middeleeuwse gothische kerk, maar in de zin van een project dat net als die middeleeuwse megakerken zó groots is dat het meer dan een mensenleven omvat. De term is gemunt door Louis le Roy, die in de jaren zeventig een stuk grond verwierf bij Mildam, er lukraak begon te planten en met de gemeente Heerenveen afsprak dat gemeentelijk bouw- en straatpuin bij hem zou worden gedumpt. De gemeente vond het wel best; het was niet de eerste keer dat hij aanklopte. Eerder al mocht hij de vijftien meter brede middenberm in de Kennedylaan in Heerenveen gebruiken als experiment voor interactie tussen mens en natuur. Ook daar werden straatstenen, stoeptegels en trottoirbanden gebruikt voor stapelingen en reliëf, waarvan de natuur dan weer bezit mocht nemen. Het is tot op de dag van vandaag een ongebruikelijk wild stukje gemeenteplantsoen - voor zover je het nog plantsoen zou willen noemen.
Het stuk bos bij Mildam is zo’n beetje de Kennedylaan in het groot. Drie hectare gras was het, en Le Roy heeft er vanaf dag één puin gesorteerd, verplaatst, gestapeld. Muurtjes en muren, terrassen en torens, constructies die soms doen denken aan Maya-achtige ruïnes. Geen tekening, geen machine kwam eraan te pas, laat staan cement, hamers, spijkers. Een losse stapeling van stenen, meer is het niet. Beter gezegd: minder is het niet. Precies stapelen is een kunst: muren bouwen die breed genoeg zijn en getrapt gestapeld, zodat ze taps toelopen en daardoor minder geneigd zijn om te vallen. Pissebedden Tegelijk zorgt het gebrek aan cement ervoor dat er altijd ruimte is voor aarde, zand, diertjes, plantjes. De oudste muren zijn allang weer deels overwoekerd; steen en flora vormen een hechte eenheid. ,,Moet je zien”, zegt Siebe Homminga, en hij tilt de bovenste stoeptegel van een schouderhoog muurtje op. Het krioelt van de pissebedden. ,,Een paradijs voor die beestjes hier.” Hij blijft het doen, her en der een tegel lichten. Prachtig hoeveel insecten die muurtjes trekken. Hij vindt ook wel eens een muizennest onder een tegel. Of een vogel nestelt in een holte in een muur. Jaren is hij hier nu zelf alweer aan het stenen stapelen. Zomaar. Lekker werken. Hij kwam een keer langs en daar was Le Roy bezig. Ze raakten wat aan de praat, praatten door, Le Roy stapelde intussen gestaag verder, en Homminga begon tegels en stenen aan te geven. ,,Vind je het leuk”, vroeg Le Roy op gegeven moment. ,,Jawel”, zei Homminga. ,,Nou kom dan maar”, zei Le Roy en sindsdien is hij gekomen. Elke dinsdagochtend is een min of meer vast ploegje bezig, dat het werk van Le Roy (1924) overgenomen heeft. Want gewerkt moet er worden, dat is de kern van het project. Een bezienswaardigheid is dit bos niet, en een toeristische attractie moet het al helemaal niet worden. Daarom is er nooit een parkeerplaats aangelegd of een toiletvoorziening gebouwd. Daarvoor vervoege men zich maar in het dorp of in de theeschenkerij even verderop.

Bouwers aan de EcokathedraalComplex
Het bos is vrij toegankelijk en iedereen is welkom, maar het is het mooist als je hier niet komt om ‘tijd te verdrijven’ maar om eens stil te staan bij die woorden: ‘tijd verdrijven’. Wat is dat eigenlijk voor onzin-uitdrukking? Tijd moet je beléven, ondergaan. Dat is wat de ecokathedraal is: een complex systeem dat ontstaat door een langdurige interactie tussen natuur, mens en steen, waarbij ruimte en tijd een cruciale rol spelen. Tijd ervaren, ruimte ervaren, je energie gebruiken, kijken wat planten, dieren, weer en wind daaraan toevoegen, daar weer op reageren. Niet het resultaat telt, maar het ondergaan van dit proces. Als Le Roy gevraagd werd wanneer de kathedraal klaar zou zijn, antwoordde hij altijd in termen van ‘tweehonderd meter hoog’ of ‘over drieduizend jaar’. ,,Twee jaar geleden hebben we die toren gebouwd”, wijst Berend Jansen achterom. Een robuust bouwwerk dat eruitziet alsof het er al decennia staat, rijst op. Er is geen tekening van, het is zomaar bedacht. ,,Er is wel coördinatie, maar we verzinnen het ter plekke.” Er gebeurt natuurlijk wel eens wat. Die toren is aan de binnenkant volgestort met puin. Geen steigers natuurlijk. Op het laatst staat er dan iemand boven op en die krijgt brokken steen aangegooid van beneden. Steen voor steen. Viel er een keer een steen terug, op iemands achterhoofd. Die moest wel even naar het ziekenhuis om te hechten. Nu is Berend bezig met een paadje dat in een bocht ruim om het bordes heen loopt dat pal naast de toren is aangelegd van dakpanscherven. ,,Dat was gewoon een hoop puinstort. Ongelooflijk, niet?” Met stoepranden bouwen ze nu een muurtje dwars over het pad, want het mag niet doorlopen. Het is zo’n beetje bij de begrenzing van het bos en door het pad hier te laten eindigen, voorkomen ze eventuele overlast.

Rug
Forse knapen, die trottoirbandstukken. ,,Je moet wel zware dingen sjouwen”, knikken ze. ,,Echt wel pittig hoor.” Jaap Bos heeft weleens het gevoel dat-ie te ver gaat. ,,Dan heb ik nog dagen spierpijn - en dan ga ik nog naar de sportschool ook!” Maar na verloop van tijd weten ze precies wat wel en niet kan. De eerste jaren, vertelt Siebe Homminga, is hij eigenlijk vooral bezig geweest met het afkijken en aanleren van de technieken die Le Roy zichzelf had aangeleerd: hoe hanteer je die zware stukken steen? Je kantelt ze, je wiebelt ze stukje bij beetje vooruit, je probeert je rug niet te zwaar te belasten. Maar het gaat hoe dan ook met de hand. Haast is er niet, het kan gewoon op je eigen tempo, steen voor steen. Tilapparaten? Arbovoorschriften? Ha! Maar wel gestage voortgang, en trouwe opkomst, elke dinsdag weer. Soms kan er wel eens iemand niet, maar regen is nooit een belemmering. ,,Het valt in de praktijk heel erg mee hoeveel het regent hoor!” Af en toe een bui, en dan schuilen ze in het atelier van Le Roy, dat nu gebruikt wordt als opslagruimte. Een grote schouw, mooie oude vloertegels, verzamelingen van vondsten: gekleurd glaswerk, fossielen, een paar hele grote gedroogde berenklauwen. Maar bijna altijd zijn ze gewoon buiten. Even een koffiepauze tussendoor en dan weer verder. Pas bij vier graden vorst houden ze op. Dan zitten de stenen te vast aan elkaar.

Siebe Homminga in de EcokathedraalNooit af
Hoeveel paren werkhandschoenen ze er in een jaar doorheen jassen, weten ze niet, maar het zijn er heel wat in al die dinsdagochtenden die een jaar telt. En het zijn vaak lange ochtenden. Om acht uur ’s ochtends is Jaap Bos al present; anderen beginnen wat later. ,,Je hebt luxepaarden en werkpaarden”, grijnst hij. En ook hij vindt het mooie dat er geen einddatum is, dat een bouwwerk nooit af of afgerond is. ,,Zodra wij ergens mee klaar zijn, neemt de natuur het over.” Mos, brandnetels, springbalsemien: wat zich maar thuisvoelt tussen de stenen en de bomen, mag er rijkelijk groeien en bloeien. Als een wandelaar eens wat zaad meeneemt of een plantje poot, ook best. ,,Alleen als het ons in de weg zit, als iets een pad overwoekert, dan trekken we het uit”, zegt Siebe Homminga, de daad bij het woord voegend. Een flinke brandnetel wordt met wortel en tak omhoog getrokken. Pal naast het pad laat Homminga de plant vallen. Hetzelfde gebeurt met bomen; die blijven ook liggen waar ze het loodje legden. Verval hoort er net zo bij als groei.
De omwonenden hebben de bouwplaats leren waarderen. Af en toe belt iemand die zijn puin kwijt wil. Mildammers zijn momenteel bezig met een aanleggen van een paadje naar het aanpalende bos van Staatsbosbeheer. ,,Pas belde een mevrouw: ik doe mijn tuintegels weg, kom ze maar halen. En laatst ging een boer zijn dak vernieuwen, die heeft hier heel veel dakpannen gebracht. Zo gaat het al die tijd. Kijk, dit stuk is nog van de oude gevangenis die in de Tweede Wereldoorlog achter Crackstate stond.” Soms komt er een tijd niets, soms komt er ineens veel puin tegelijk. ,,We verwerken het zoals het hier komt. Soms zijn we weken achtereen alleen maar gebracht spul aan het sorteren en aan het stapelen.”

Stichting
Even verderop wijst Homminga: ,,En hier is een gedeelte met frambozen en bramen. Dat weten ze wel te vinden!” Maar dat moeten ze dan wel op eigen houtje uitzoeken. ,,We hebben wel eens het idee gehad om bordjes neer te zetten met wat tekst en uitleg. Maar dat wil het bestuur niet, dat trekt maar toeristen. En dat is niet de bedoeling.” Iedereen is welkom, maar liever als deelnemer dan als toeschouwer. Het bestuur, dat is de stichting Tijd die is opgericht om de voortgang van het project te waarborgen en het gedachtegoed erachter uit te dragen. Jaarlijks is er een congres over de betekenis van langdurige processen, steeds vanuit een ander vakgebied belicht.
Het terrein is niet groot, maar je kunt er eindeloos dwalen, stilstaan, kijken, verder dwalen. De mannen doen dat niet zo veel, die kijken vooral naar wat ze aan het doen zijn. Ze praten niet veel, ze kijken, ze voelen, ze passen, ze meten. ,,Je kent soms het nieuw aangevoerde materiaal niet. Je moet bedenken wat je ermee kunt doen. En dan opeens zie je: verrek, dat kan ik dáár wel voor gebruiken.” Ze doen het nu al jaren, de meesten. Maar ze kijken nog steeds met achting naar de eerste muren die Le Roy zelf bouwde, jaren en jaren geleden. ,,Dat daar is bijvoorbeeld een typische Le Roymuur. Dat kan ik niet zo op die manier hoor, zo mooi stapelen, zo’n hoek als die daar, zo op die manier scheef, die verschillende materialen, en zo mooi aansluitend allemaal.”

Dit artikel verscheen eerder in de zaterdagbijlage Sneins Petiele van het Friesch Dagblad op zaterdag 26 november 2001. De foto's zijn van Frans Andringa

Winkelmandje

De winkelwagen is leeg

Nieuwsbrief

Meld u hier aan voor de nieuwsbrief die ongeveer 6 keer per jaar verschijnt.
Ik ga akkoord met het Privacybeleid