Met op de stoel van Louis Le Roy:
Elmo Vermijs, architectonisch ontwerper/kunstenaar en eigenaar van Studio Elmo Vermijs. Elmo werkt op het snijvlak van kunst, ontwerp, architectuur en landschap .
Waarom we zo samen terecht zijn gekomen in het atelier van Louis Le Roy, brengt ons iets terug in de tijd. Elmo Vermijs stond afgelopen jaar op de agenda voor het Tijd Symposium, wat jaarlijks op 31 oktober gehouden wordt en net als zo veel evenementen is afgelast vanwege Corona.
Wij hebben in oktober ons programma bekeken en een andere vorm gekozen voor de inhoud én de tijd waarin het zich afspeelt. Er een wat langer proces van gemaakt, een heel jaar om te bomen over dat bos, Le Roy zou het tijdgrapje misschien wel waarderen. Terug naar Vermijs, we hebben gekozen voor een interview op de plek van Le Roy. Wat was eigenlijk de aanleiding van zijn deelname aan het symposium?
Bomen over Bos
Het thema van het laatste symposium, Bomen over bos, bracht ons onder andere bij Elmo Vermijs vanwege een beeldessay wat hij aan het afronden was, genaamd ‘From Hiba’. Een visueel essay wat verslag legt van de ontdekkingen, processen en resultaten rondom deze specifieke boom, ten tijde van zijn verblijf / residentie in / aan het Aomori Contemporary Art Centre in Japan.
Het resulteerde in een prachtig boek gemaakt van het papier van de Hiba boom, gedrukt met Hiba inkt op de oude drukpers van zijn opa. De grootvader van Elmo was drukker en bezat een grote drukkerij waar de vader van Elmo ging werken nadat zíjn vader overleed. En zo kon Vermijs zijn beeldessay drukken op de familiepers. Een kunstwerk op zich, prachtig vormgegeven op papier met een zichtbare structuur. De Hiba boom is in het boek te voelen.
Waarom Japan
Waarom ging je eigenlijk naar Japan om onderzoek te doen naar de Hiba boom, vraag ik aan Elmo.
“Het is het land met het hoogste percentage aan bossen. Ik ben macrobiotisch opgevoed en dat blijkt te zijn ontstaan in Japan. En ik wilde onderzoek doen naar de levenscycli van het materiaal hout en hoe we onze relatie daarmee opnieuw kunnen definiëren. Zo kwam ik terecht in Japan.
Geïnspireerd door een statement van ecoloog en filosoof Thomas Berry die beginnen jaren 90’ zei: ‘We have broken the great conversation’, waarmee hij bedoelde te zeggen dat we geen idee meer hebben hoe we een gesprek moeten voeren met de natuur, de bossen en rivieren enzovoorts. Dit project geeft opnieuw informatie om te definiëren wie we zijn ten opzichte van onze omgeving”.
Vermijs, opgegroeid in Zeeland en vroeg bekend met het strandjutten, verteld dat hij vanaf kleins af aan een fascinatie heeft voor hout. Waarschijnlijk om dingen mee te maken. Tot het moment dat hij zich verwonderd afvraagt hoe het kan dat we materiaal devalueren door het kappen van een boom en maar 70% te gebruiken.
Afval en Le Roy
Afval is een thema bij hem. Al vanaf kleins af aan is hij geïnteresseerd in de achterkant van de samenleving die gemaakt wordt door afval. Daar raakt hij Louis Le Roy, want zoals Vermijs zegt: “De filosofie, het gedachtegoed van Le Roy, kwam al langs toen ik architectuur studeerde aan de kunstacademie. Het fundament van de Ecokathedraal is immers dat er een nieuwe ecologie wordt gecreëerd met behulp van het natuurlijk afval van de mens in samenwerking met de natuur”.
Jaren later, in 2013 wordt hij gevraagd door kunstorganisatie Taak, wat werd benaderd door Stream (destijds opgericht door stichting Tijd en als doelstelling om kunst in de openbare ruimte, levend in de tijd, zichtbaar te maken) om samen met een groepje een dag op pad te gaan om werk te ontwikkelen op basis van werk van Le Roy.
Het resulteert uiteindelijk in een doorvertaling van een bio meiler; thermocompostering waarbij een grote ronde muur van stoeptegels met een diameter van ongeveer 8 meter gevuld wordt met houtsnippers, wat methaangas en warmte produceert. Door er slangen met water doorheen te laten lopen kun je water opwarmen. Na 3 jaar heb je een grote hoop compost die je kunt oogsten. Als je rondom die warmtebron een cirkel bouwt van een natuurlijke wand waar je kunt zitten, kun je op een relatief warmere plek dan op een gewoon bankje contempleren, oftewel met warme voeten eens rustig over het leven mijmeren. Voor het project, de Kom-post wordt Vermijs genomineerd voor de Vredeman de Vries prijs.
Projecten
Van de bio meiler met een proefopstelling in de Veenhoop gaan we naar een project op Terschelling wat ging over de toekomst van de polder. Wat willen wij van de bodem, dat was een vraag. Op zijn eigen wijze, organisch en niet gepland, komt Vermijs tot ‘de Geluidsspiegel’. Een spiegel gemaakt van gestampte compost, gedroogde mest en zeeklei, die alles wat de spiegel opvangt naar 1 brandpunt brengt. Waar al het geluid dus samenkomt. Om te luisteren naar wat de polder te zeggen heeft.
Het andere project, Perspectief bestond uit een grote laag compost met daarin panelen in een oude schuur. De bedoeling was om het publiek onderdeel te laten zijn van de vraag en het resultaat. Als bezoeker werd je verzocht je schoenen uit te trekken, over de compost te lopen op je blote voeten en werd je door de panelen meegenomen in meerdere perspectieven op de polder vanuit zijn verschillende gebruikers. Aan het einde van de ruimte kwam je bij een grote geplotte kadasterkaart van de Terschellinger Polder en werd de vraag gesteld: ‘Wie is eigenlijk de eigenaar van dit land’.
In 2019 won hij met dit project: GEGROND won Vermijs alsnog de Vredeman de Vriesprijs voor dit project op het Oerol festival.
De projecten door de tijd leidden uiteindelijk naar het project Staging Wood in Japan, waarbij Vermijs onderzoek doet naar de Hiba boom.
In ieder geval is het zo dat de processen van zijn projecten zich continu aansluiten bij de natuur, waarbij de rijkdom zit in de complexiteit. Dat principe omarmt Elmo, en ook daar raakt hij Le Roy. “Die complexiteit, dat kun je niet uitleggen. Dat is niet te doen. Begrijpen is namelijk rationaliseren en dan ga je voorbij aan de laag van verwondering, van je gevoel”.
In Japan is een vorm van complexiteit ook voelbaar door de natuurkrachten die zo overweldigend zijn. De dood lag daar voor de industriële revolutie continu op de loer. “We hebben angst gekregen om dat gesprek te hebben, hoe verhouden we ons tot onze omgeving? We hebben veel te verliezen in verband met de welvaart, we hebben dat weggestopt. We voelen daardoor ook niet meer de kracht van de natuur. Overstromingen zoals in Japan, aardbevingen, die krachten kennen ze daar wel. Het heeft daar geresulteerd in het Satoyama landschap. Een overgangsgebied van bergen naar landbouw, waarbij er een combinatie is van een natuurlijk ecologisch landschap en bijvoorbeeld landbouw, bosbouw of diervriendelijke veeteelt. Een samenleving in harmonie met de natuur, elders in de wereld wel bekend als socio-ecological production landscapes and seascapes (SEPLS).
Van toen naar nu
Toen ik aan Elmo vroeg waar hij op dat moment mee bezig was waren dat drie dingen:
- De vertaling van zijn werk in Japan, het afmaken en publiceren van zijn beeldessay.
- Hij had een seminar gepland in oktober 2020 wat hij voorbereidde middels 15 videogesprekken met mensen die vakmatig met bos bezig zijn. Hij werkt aan een doorvertaling van dat wat hij in Japan had gezien, ontdekt en gedaan. Bijvoorbeeld met iemand van een houtzagerij, een boswachter, een demoloog, enzovoorts.
In deze gesprekken zou hij met deze mensen het proces verder uitdokteren door 3 vraagstukken te bespreken:
- Hoe verhoudt jij je tot het bos? Het verhaal van deze persoon.
- Wat is nu het veranderende perspectief?
- Hoe relevant is dit voor jou?
- Als laatste zijn werk voor de IJsselbiënnale. Bij de Johannahoeve, met uitzicht op Deventer en de uiterwaarden gaat het om een transitie in de bodem, van reguliere naar biologische landbouw. Van gras naar mais, met een 70 meter lang pad waar kruiden worden ingezaaid. Het resultaat zal zijn een theeceremonie waarbij het gaat om vergankelijkheid en het koesteren van het imperfecte (Kintsugi).
Naar voren kijken
Als laatste kijken we naar de toekomst, nog steeds vanuit de stoel van Louis. “Als je nu een nieuwe opdracht krijgt, wat zou dit dan bijvoorbeeld kunnen zijn?”, vraag ik hem.
Bijvoorbeeld wat is onze relatie met het bos in relatie met de lokale context. Vermijs vindt het een lastige vraag, een contravraag eigenlijk met hoe hij normaliter werkt. “Mijn werk ontstaat altijd door keuzes en ontvouwt zich vervolgens in de tijd”, zegt hij. “Ik vind het belangrijk dat de opdrachtgever vertrouwen in mijn wereldbeeld heeft en dat daar vervolgens iets uitkomt. Het gesprek daarvoor gaan we vaak niet aan. Wat fascineert jou, hoe kijk je, etc.. ”.
In ieder geval zal zijn werk een aantal onderdelen met zich meebrengen waaronder: Vergankelijkheid, natuurlijke processen, restroom, architectuur, ecologie, niet-mens-gecentreerde perspectieven én de tijd. De toeschouwer wordt zonder dat je het doorhebt participant, je gaat een verhouding aan met het werk. Niet-mens-gecentreerde perspectieven, Elmo? “Ja, dat je bijvoorbeeld kijkt vanuit het perspectief van de boom die daar al meerdere eeuwen staat”.
Daarnaast hoef je nooit bij het begin al te weten wat het werk moet worden. Werk gaat nooit alleen over de uitkomst. Het gaat ook om de context en wat je samen doet. “Er is misschien wel een andere taal nodig”, zegt Vermijs, “omdat ‘proces’ ook ‘resultaat’ oproept”. De foto van het werk is net zo belangrijk als het werk zelf. Dit is een mooie parallel met de Ecokathedraal van Louis Le Roy. Een kathedraal was immers in de middeleeuwen ook een bouwwerk waarvan men in het begin niet wist wat het ging worden. Gaandeweg de tijd kwamen er steeds meer bouwsels bij.
Die Ecokathedraal, daar vindt Vermijs wel wat van. De titel is nogal religieus maar in mijn ogen gaat het voorbij religie en is het veel meer spiritueel, zegt hij. Het gaat in Mildam, het ging bij Louis, om denken met je handen in plaats van met je hoofd. Een wereld op zichzelf wordt een biotoop. Het werk bevraagt: Wat is het? Kunst? Ecologie? Tuinarchitectuur? Nee, zegt Elmo, je verliest de essentie van het werk als je in dat soort typeringen blijft hangen.
De stoel van Le Roy
Hoe voelt het in de stoel van Louis, is mijn laatste vraag aan Vermijs. Hij antwoord dat het sereen voelt. Een rustige, nogal intuïtieve sfeer hangt er in dit werkatelier. Een gesloten energie, alles klinkt in elkaar vast. Gestapeld op de wijze van Le Roy.
Hij was kwetsbaar in de creativiteit en rigide in de uitvoering, zegt Vermijs. De details maken het werk en spreken na al die jaren voor zich. Nu met het seminar in aantocht wil ik ook wel het scheppingsproces delen, zoals Le Roy dat deed. Misschien heb je wel die focus en kramp nodig om echt te kunnen scheppen.
“Filosoof Schouten sprak ooit met Arita Baaiens , waarbij de essentie was: ‘Wat verteld de plek ons? De plek gaat jou aangeven wat er nodig is’…..”
Vermijs: “Misschien is de Ecokathedraal over 100 jaar wel een eigen juridische entiteit die een rechtszaak aanspant om haar bomen aanzien te geven”.
Geïnteresseerd in het beeldessay ‘From Hiba’? Kijk verder op Studio Elmo Vermijs
Met dank aan Elmo Vermijs, en Stina van der Ploeg (stichting Tijd) voor de foto’s